Racerij

Austin Healey’s in de racerij

Na de Tweede Wereldoorlog was de motor- en autosport zo'n beetje het summum op sportgebied, omdat deze sporten met ongekend hoge snelheden gingen, en nog maar weinig mensen in het bezit van een auto waren, laat staan een sportwagen. Ook was er nog geen televisie, en was een uitje naar het racen op Zandvoort in Nederland vaak het gesprek van de dag en zowaar een hele belevenis voor jong en oud. Hetzelfde gold in de ons omringende landen, met name Engeland, Duitsland, Frankrijk en Italie. Zelfs de in Europa gelegerde Amerikaanse soldaten namen de autosport en ook raceauto's mee naar Amerika. Autosport in welke vorm dan ook leefde bij een groot publiek.

Omdat er in die tijd nog weinig auto's waren werd er een grove indeling gemaakt in de verschillende raceklassen. Formule auto's waren eenzitters, waarmee je niet mee op de openbare weg kon rijden. Sportauto's waren gewone auto's met een standaard motor die opgevoerd was. Raceauto's waren auto's, speciaal gebouwd voor het racen. De gewone auto's waarmee geraced werd werden ingedeeld in cilinderinhoud klassen. Eigenlijk is het huidige racen niet veel anders dan vroeger, zij het dat de verschillen in uiterlijk en de heden

De Austin Healey 100 NOJ 391 na de overwinning op Sebring in 1953

daagse techniek absoluut niet meer te vergelijken zijn.

 

Donald Healey had zelf voor de Tweede Wereld Oorlog vele malen deelgenomen aan de Rally van Monte Carlo en andere autosport evenementen. Hij wist als geen ander hoe belangrijk successen in de autosport waren voor de bekendheid en reputatie van zijn auto's. Ook met de Healey Westland, Healey Silverstone en de Nash Healey werden diverse successen geboekt. Net zoals met de op Warwick gebouwde Healey's ook gebeurd was, wilde Donald Healey met zijn Austin Healey 100 ook competitie successen halen.  In juni 1953 werd deelgenomen aan de 24 uurs race op Le Mans. Onze landgenoot Maurice Gatsonides zag kans om samen met Johnny Lockett de Austin Healey 100 naar een tweede plaats in zijn klasse te sturen. Dit was tevens goed voor een twaalfde plaats in het algemeen klassement met een gemiddelde snelheid van 145 km/uur. Dit resultaat samen met de 14e plaats van de Healey-equipe van het duo Becquart/Wikins zorgde voor enorme publiciteit in Europa. Om ook de aandacht van de pers in de VS te krijgen, besloot Donald Healey om een recordpoging te ondernemen op de zoutvlakten van Bonneville. De opgevoerde Austin Healey 100 haalde een gemiddelde snelheid van bijn 230 km/uur en werd uitgeroepen tot de snelste productiewagen ter wereld met een cilinder inhoud van minder dan 3 liter!

1954 Sebring. Donald Healey, Stirling Moss en Lance Macklin.

In 1954 werd deelgenomen aan de aan de 12 uurs race van Sebring van 1954. De Austin Healey 100 werd derde in de eindklassering en tweede in zijn klasse. De reputatie in de VS was hiermee direct gevestigd omdat Sebring de verzamelplaats was van de internationale racerij en er punten konden worden behaald voor het wereldkampioenschap. Er werd zelfs beweerd dat de Healey had kunnen winnen, maar eigenlijk had de Healey alleen maar geluk omdat de favoriete Lancia's uit waren gevallen.

Links: Healey’s opgesteld voor de start op Le Mans in 1953. Naast de beide groene AH 100 staan de witte Nash Healey’s.

 

 

 

 

 

 

 

 

In de Mille Miglia van 1954 werden de fabrieks Healey's overgeplaatst van de "Gran Turismo" klasse naar de grote sportwagens, omdat ze geen bewijs hadden dat het hier om productiewagens ging. De minder vriendelijke behandeling die Donald Healey hier kreeg is waarschijnlijk de reden dat hij zich met zijn team terugtrok uit de Le Mans race en een verklaring uitgaf waarin hij protesteerde tegen deelname van speciaal daarvoor gebouwde auto's. Het tijdstip van deze kritiek was erg ongelukkig en het publiek keerde zich tegen hem, omdat men dacht dat Healey langs deze weg zijn resultaten in de racerij probeerde te verbeteren. Als gevolg van zijn ongenoegen over de plotselinge aanpassingen in de wedstrijd reglementen van Le Mans besloot Donald Healey zich in het daarop volgende jaar terug te trekken en te concentreren op andere autosport evenementen.

Van de 100 naar de 100S. In 1955 werden er nieuwe klassen in het leven geroepen, waardoor productie sportwagens ook goed mee konden doen en in deze tijd hoorde de 100 S bij zo'n klasse. Tijdens dat jaar werd een Healey 100 S in Sebring door de coureurs Stirling Moss en Lance Macklin naar de zesde plaats gereden van het algemeen klassement en hetzelfde type haalde in haar eigen klasse een 1-2-3- overwinning! Lance Macklin raakte tijdens de Tourist Trophy te Dundrod buiten zijn schuld betrokken bij weer een dodelijk ongeluk waarop hij zich onmiddellijk terugtrok uit de racerij. Dit was voor Healey een grote tegenvaller om op deze manier haar topcoureur kwijt te raken. Van de Austin Healey 100 werden slechts 50 stuks gebouwd speciaal voor clubraces. Vandaag is deze uitvoering  de meest gezochte en kostbaarste Austin Healey. De Austin Healey 100S was ontworpen voor clubraces. Hij dankt zijn naam '100S' aan de 12 uur race van Sebring in 1954, waar een prototype bereden door Lance Macklin en George Huntoon op de derde plaats eindigde.

Carroll Shelby in Austin Healey 100S met gebroken voorwielophanging. Boven: clubracing in Amerika; er werd vaak op afgesloten vliegveld gereden tussen de hooibalen.

Het prototype van de 100S met startnummer 29 van Macklin en Huntoon, nog met normale 100 gril en 16” Dunlop racewielen

 .

Het ongeluk op Le Mans in 1955. De Mercedes 300 SL van Pierre Levegh moest plotseling remmen voor de Jaguar D-Type van Mike Hawthorn die op het laatste moment de pits in wilde. De Mercedes reed achterop de Austin Healey 100S van Lance Macklin en werd in de lucht gelanceerd. Bij het ongeluk kwamen 82 mensen op het leven.

R

 

 

Het Austin Healey Works team tijdens Sebring in 1963 bestond uit AH 3000's en Sprites. De bekende 54 FAC Works 3000 is thans in het bezit van AHOCN clublid Jetze Visser.

 

De 54 FAC in actie op Sebring in 1963.

1957 Sebring. Een serie gestroomlijnde Austin Healey 100/6 staan klaar bij de ‘Le Mans’ start als de coureurs op de auto’s afrennen.

 

 

 

 

 

 

De Sprite MKII van filmster Steve McQueen bij de pits.

Steve McQueen in gesprek met Stirling Moss.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ook de AH Sprites zijn in hedendaagse races nog altijd een beduchte tegenstander. Toen de Sprite in 1958 in productie werd genomen, werd door BMC Motorsports dan ook alle aandacht op deze Healey gericht. Er werden er grote race successen mee geboekt.

Een van de bekendste Sprite coureurs was John Sprinzel, tweede van links op de foto. In de witte raceoverall Stirling Moss en uiterst links zijn zus Pat Moss.

Enkele Sebring Sprites

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Meer verhalen en foto's over de geschiedenis van de Austin Healey vindt u in het ledengedeelte van deze website.


Hedendaagse Race en rally bij de AHOCN in Nederland.

 

 

 

 

 

 

Ook vandaag de dag wordt er nog volop geraced met Austin Healey's. Dutch Healey Competitions (DHC), de race en rally afdeling van de AHOCN organiseert jaarlijks diverse evenementen zoals de rally:  De Langste Nacht, Healey Meets LeMans en vele andere sportieve evenementen in binnen- en buitenland. De meeste DHC Healey's  zijn gemakkelijk herkenbaar aan de primrose gele kleur met groene strepen. De Healey's van DHC leden zijn een veel gezien verschijning op circuits in binnen- en buitenland. Op deze foto zien we de bandenwissel op Le Mans in de Healey Pits. Voor meer informatie ga naar de pagina's van de DHC.